donderdag 17 april 2008

Terrorismewetgeving - houdbaar tot 2012?

Onderdeel van de Wet bescherming persoonsgegvens (Wbp) is het artikel 80, waarin staat aangegeven dat deze wet na 5 jaar dient te worden geëvalueerd.
Artikel 80
Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zenden binnen vijf jaren na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Een dergelijk evaluatiemoment is een uitgelezen gelegenheid om de wet aan te passen, uit te breiden of in te perken of zelfs helemaal op te heffen.

Nu we toch bezig zijn met het invullen van de terrorisme wetgeving en andere inperkingen van de burgerlijke rechten, lijkt het mij een goed idee om ook eens verder de toekomst in te kijken. Want de terrorisme wetgeving is, gelijk aan de oorlogswetten, bedoeld om door inperking van de rechten de door anderen afgenomen rechten weer te herwinnen.

Slechts het afnemen van rechten kan dan ook niet het uiteindelijke beoogde doel zijn. En als het dat wél is in de ogen van een selecte groep, dan is het aan de burger om daar tegenin te gaan.

In de uitgevaardigde wetten die dienen om de groei en (toekomstige) activiteiten van terroristen en andere subversieve elementen tegen te gaan, ernstig te verstoren of om deze figuren op te sporen, zou ook rekening moeten worden gehouden met de eindigheid van de situatie waarin deze wetten praktische toepassing hebben. In het kader van de detectie en opsporing van afwijkende communicatiepatronen is de opslag van elektronisch postverkeer en telecommunicatie gegevens heel handig en verklaarbaar.

Maar als alle terroristen zijn opgepakt is het meer dan ongewenst dat deze wetgeving nog steeds van kracht blijft en erger nog, actief toegepast wordt.

Geen opmerkingen: